Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Eira

betekenis & definitie

Eira - = Ira.Εἰρένες, te Sparta jongelieden van 20 tot 30 jaar; bij spelen en gymnastische oefeningen hadden zij het opzicht over de ἀγέλαι.

Εἰρεσιώνη, een met wol omwonden krans van olijftakken, die, met bloemen en vruchten beladen, bij de Pyanepsia rondgedragen en aan den tempel van Apollo en ook aan particuliere huizen opgehangen werd. Ook het lied, dat daarbij gezongen werd en waarbij men giften verzocht, en in het algemeen een lied van dien inhoud.
Εἰσαγγελία, een bizondere vorm van proces te Athene, die aangewend werd bij zware misdaden en bij zulke, die voor den staat zelf gevaar schenen op te leveren. De aanklager diende een klachtbrief (εἰσαγγελία) bij den raad of de volksvergadering in, en wanneer deze aangenomen werd, werd de aangeklaagde in hechtenis genomen, hoewel hij zich in de meeste gevallen door het stellen van drie borgen daaraan onttrekken kon. Wanneer de raad den aangeklaagde schuldig bevonden had, en meende dat de hoogste boete, die hij kon opleggen (500 drachmen), als straf niet toereikend was voor de misdaad, verwees hij de zaak naar de thesmotheten of naar het volk. Aanklachten die bij de volksvergadering ingekomen waren, konde zij zelve behandelen of naar de thesmotheten verwijzen; bij misdaden, waarvoor geen straf bij de wet bepaald was, werd vóór het onderzoek vastgesteld, welke straf ingeval van veroordeeling zoude opgelegd worden. Sedert het begin der vierde eeuw bepaalde de wet, op welke misdaden de εἰσαγγ. kon worden toegepast; kort daarna werd op die misdaden de doodstraf gesteld met verbod van begrafenis in Attica.—De εἰσαγγελία had in sommige gevallen, ook indien de aangeklaagde vrijgesproken werd, geen geldelijk nadeel voor den aanklager ten gevolge, zooals andere processen.
Εἰσαγωγῆς, een collegie van vijf rechters, die uitspraak deden in de meeste ἔμμηνοι δίκαι; ook worden zoo alle overheden genoemd, wanneer zij eene bij hen ingediende aanklacht na voorloopige instructie voor de rechtbank brengen.
Εἰσιτήρια, offer door de leden van den raad bij het aanvaarden hunner betrekking gebracht. Z. ἐξιτήρια.
Εἰσφορά, buitengewone belasting op het vermogen, te Athene voor het eerst door Pisistratus geheven, later vervangen door de φόροι, der bondgenooten; in den Peloponnesischen oorlog voor het eerst in 428, later in oorlogstijd dikwijls geheven. Wie die belasting niet betaalde, werd gestraft met verbeurdverklaring zijner goederen, niet met atimie, zooals andere schuldenaars van den staat. Zie ook συμμορία.
Ἐκεχειρία, zie Olympia, τὰ Ὀλύμπια.
Ἐκκλησία, volksvergadering. Te Athene besliste de volksvergadering over alle aangelegenheden van den staat, wanneer de wet daarover niet anders beschikt had, bijv. bij wetgeving, verkiezingen, het verklaren van oorlog en sluiten van vrede, enz. In elke prytanie werden vier gewone (τεταγμέναι) vergaderingen gehouden, in dringende gevallen werden ook buitengewone (σύγκλητοι, πρόσκλητοι, κατάκλητοι) vergaderingen beroepen. De onderwerpen, in de vergadering te behandelen, moesten door den voorzitter vooraf bekend gemaakt worden (προγράφειν ἐκκλησίαν); voor een van de gewone vergaderingen (de κυρία ἐκκλ.) waren zij bij de wet vastgesteld. De vergaderplaats was in de oudste tijden de markt, later gewoonlijk de Pnyx, nog later de schouwburg.

Toegang tot de vergaderingen, recht om aan de discussies deel te nemen en stemrecht hadden alle burgers boven de 20 jaar oud, voor zoover zij niet door atimie dat recht verloren hadden. De voorzitter, oudtijds de ἐπιστάτης der prytanen, later die van de πρόεδροι (z.a.), opende de vergadering met een offer en gebed en legde daarna de punten ter behandeling aan het volk voor (προτιθέναι), die gewoonlijk begeleid werden door een praeadvies van den raad (προβούλευμα), waarover dan eerst gestemd werd (προχειροτονία); vereenigde de vergadering zich niet daarmede, dan kon iedereen een voorstel doen, dat de voorzitter echter niet in stemming mocht brengen, wanneer het in strijd met de wet was, en waarvan iedereen de behandeling kon verhinderen door de verklaring, dat hij den voorsteller wegens de onwettigheid van het voorstel (παρανόμων) zoude aanklagen. De stemming geschiedde door het opsteken der handen (χειροτονεῖν), of wanneer zij personen betrof met steentjes (ψηφίζεσθαι, dikwijls ook algemeen voor stemmen gebruikt).—Tot de spartaansche volksvergadering (ἁλία), hadden toegang alle Spartanen boven de 30 jaar oud en in het volle bezit van hunne burgerlijke rechten; in latere tijden wordt nog eene afzonderlijke vergadering van ὅμοιοι vermeld, ofschoon het niet blijkt in welke verhouding zulk eene vergadering tot de algemeene volksvergadering stond. De meeste staatszaken worden door de γερουσία behandeld; wanneer het volk ter vergadering geroepen werd, had het alleen de bevoegdheid de voorstellen van de γερουσία of van den koning
aan te nemen of te verwerpen; veranderingen daarin te brengen of nieuwe voorstellen te doen was niet geoorloofd, zelfs had men om het woord te voeren de bizondere vergunning van den voorzitter noodig. De stemming had plaats door geschreeuw, en, ingeval de uitslag twijfelachtig was, door afzondering van voor- en tegenstemmers.
Ἐκκλησιαστικόν, betaling voor het bijwonen der volksvergadering te Athene, eerst één, later drie obolen, waarschijnlijk eerst na den peloponnesischen oorlog ingevoerd. Ten tijde van Aristoteles was het ἐκκλ. tot een drachme verhoogd, en voor de κυρία ἐκκλησία tot 9 obolen. Ἔκκλητος πόλις, een staat, waaraan twee strijdende staten met onderling goedvinden de beslechting van hun geschil opdragen.—Bij de verdragen tusschen verschillende staten was soms bepaald, dat wanneer een burger van den eenen staat in den anderen staat een proces verloor, hij bij zijn eigen staat van dit vonnis in appèl kon komen; de staat,
waarbij men appelleert, wordt dan ook ἔκκλητος πόλις, het proces ἔκκλητος δίκη genoemd.
Ἐκκύκλημα, een machine, waardoor de achtergrond van een tooneel geopend wordt, om een huis of paleis van binnen te laten zien; v. s. een kleine houten stelling, die door de groote achterdeuren op het tooneel gerold werd, en waarop zich de personen bevonden, die voorondersteld werden in het huis te zijn.
Ἐκλογῆς, te Athene buitengewone beambten, belast met het invorderen van aan den staat verschuldigde gelden, vooral die van de schatplichtige bondgenooten.