Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Jakarta

betekenis & definitie

(oude naam: Jacatra; tot 1949: Batavia), hoofdstad van de republiek Indonesië, aan de noordkust van Java. In het begin van de 17e eeuw zetel van een min of meer van de vorst van Bantam afhankelijke Pangeran.

Van hem verkreeg gouverneur-generaal G.G.Both 1611 afstand van een stukje grond; 1618 liet J.P.Coen er een fort bouwen. De Jacatranen vielen in verbond met de Engelsen dit fort, verdedigd door Van der Broecke, aan. Deze werd door de Pangéran gevangen genomen en hij spoorde de commandant Van Raay aan het fort over te geven. Dit gebeurde niet; het fort werd versterkt en 12.3.1619 ‘Batavia‘ gedoopt. In mei 1619 werd het fort door Coen ontzet. Hij liet de stad Jacatra verwoesten en stichtte er Batavia. Men neemt aan, dat Coen de stad Nieuw-Hoorn had willen noemen, maar de Bewindhebbers van de voc besloten anders en 4.3.1621 werd de stad officieel Batavia genoemd; draagt sinds de Indonesische onafhankelijkheid de naam Jakarta.

< >