Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Oterdum

betekenis & definitie

dorp in Fivelgo, prov. Groningen, anderhalf uur gaans bezuidoosten Delfzijl, tusschen Farmsum en Termunten; 180 inw.; een groot gedeelte van O. werd bij de overstroomingen van 1288 en 1290 eene prooi der golven.

Het Kasteel te O. 1499 gebouwd door Eduard, graaf van Oost-Friesland, werd 1514 ingenomen door de Saksen. Na den afval van graaf Rennenberg (15S0) werd dit kasteel door spaansch krijgsvolk bezet; 1583 door de Staatsoliën heroverd; 1584 door de Spanjaarden belegerd, doch niet bemachtigd.

< >