Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Joh. Jonston

betekenis & definitie

natuur- en geneesk., geb. 1603 te Sambter bij Lissa in Posen, was van sebotsebe afkomst. Hij bereisde geheel Europa, en schreef in 't Latijn o. a. de Historie der visschen, vogelen, insecten, viervoetige dieren, hoornen, enz. (2 dln. in fol.

Hamburg 1650). Zijne »Algemeene burgerlijke en kerkelijke geschiedenis" staat te Rome op den Index. Hij stierf 1675 in Silezië.

< >