(Tiberius), beroemd nederl. philoloog, geb. 9 Jan. 1685 te Groningen, als prof. der grieksche taal en geschiedenis te Leiden gest. 7 April 1766.
(Frans), zoon van den vorige, geb. 1722 te Francker, gest. 1790 te's-Gravenhage, bekend door zijne esthetische en philosophische geschriften (verzameld door Van de Weyer, 2 dln. Leuven 1825—27).