Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

François de Paris

betekenis & definitie

beroemd diaken, geb. 1690 te Chatillon in ’t fransche dept. der Seine, was de zoon van een raadsheer in het parlement. Met ijver omhelsde hij de leerstellingen der Jansenisten, kwam in verzet legen de bul Unigenitus, en bedankte voor eene pastoorsplaats, om niet het Formulier te onderleekenen.

Hij besteedde zijn geheele vermogen aan werken van liefdadigheid; en toen hij zich op die wijze arm had gemaakt, begon hij kousen te vervaardigen, om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Door ongeloofelijke zelfkastijdingen verkortte hij zijn leven, en stierf (zooals zijne aanhangers het noemden) in oenen boogen reuk van heiligheid. Op zijn graf (op het St.-Medardus-kerkhof te Parijs) geschiedden allerhande wonderen, hetgeen het begin was van de wonderdadige genezingen en de buitensporige tooneelen der zoogenaamde Convulsionnaires, waardoor het gouvernement zich eindelijk genoopt zag het kerkhof te sluiten. Een spotvogel schreef toen op de poort van het kerkhof: De par le Roi défense a Dieu De faire miracle en ce licu.

< >