Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Gepubliceerd op 31-05-2017

Paardenoffer

betekenis & definitie

In Midden- en Noord-Europa was het tot aan de kerstening gebruikelijk dat er paardenoffers werden gebracht tijdens een begraving of lijkverbranding. Hierover spreekt een groot aantal bronnen.

Tot in onze tijd heeft het paard in het rouwceremonieel nog een bijzondere taak zonder dat het geofferd wordt. Bij de meeste 'Germaanse' volkeren was het paard aan de god Odin gewijd. Behalve dat het dier zijn meester in het hiernamaals kon dienen, was het tevens een offer voor Odin. Het paard van de overledene dat in de stoet was meegevoerd, werd door de priester gedood. Diverse delen werden als offer in het graf of op de brandstapel gelegd.

Het met bier vermengde bloed werd door de aanwezigen gedronken en het vlees als rituele maaltijd gegeten. Bij een bijzetting in een grafheuvel werd de hengst op de heuvel gedood en met zadel en toom in het graf gelegd. Agathias schrijft in zijn geschiedenis over de Alemannen, lopende van 552-558, dat zij bij het gebruik van paardenvlees het beste stuk, de kop, niet nuttigen maar aan de goden wijden. Het was een algemeen Germaans gebruik dat de kop werd bewaard.' De vele paardengraven die uit deze periode stammen, in Nederland onder andere te Rhenen, getuigen van de grote plaats welke dit dier in de samenleving innam. Bij de invoering van het christendom trad men hiertegen op. Zo verbood Bonifatius aan de Thüringers het eten van paardenvlees omdat het heidens was. zie ook: rouwpaard.