pooier die een hoerenloper berooft
In 1926 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. De beroving vond plaats in een zogenoemde klapper (zie verder aldaar).
• ‘Dat was d’r geentje van ons, da’s een vuile Moffrikaander, soo’n stinkende klapgooser die hier de boel voor ons verpeste.’ ¶ Benno Stokvis, De moord in de Spuistraat (1926), p. 48. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
klapper