Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

zo zijn

betekenis & definitie

Homoseksueel zijn. Deze vrij vage karakterisering wordt, volgens het tijdschrift ‘Opzij’ (oktober 1989), voornamelijk gebruikt in COC-kringen (coc: Cultureel en ontspanningscentrum, de belangenvereniging van homoseksuelen). ‘Zo zijn’ is ook de titel van de autobiografie van Albert Mol (A’dam, 1984). De uitdrukking bestond wellicht al vóór WO II (zie eerste citaat). Deze bedekte verwijzing naar iemands geaardheid komt ook in het Fries voor: ‘ek sa’. Daarnaast spreekt men wel eens over een ‘zo-kroeg’ en een ‘zoo-aangelegde’.

Deze laatste term heeft een parallel in het (verouderde) Engelse slang: a ‘so-man’: een homoseksueel. Men kan eveneens spreken over een ‘sobook’. Volgens Eric Partridge, de (overleden) autoriteit op het gebied van Engels slang, werd ‘so’ gebruikt als eufemisme sedert ca. 1890, maar rond 1950 was het volgens hem in deze betekenis al verouderd. Een gelijkaardig Engels eufemisme is ‘that way’ (toepasselijk op beide geslachten). ‘Like that’ verwijst gewoonlijk enkel naar mannen die homoseksueel zijn.

Op 19 september 1934 namen ze er een kijkje en constateerden dat er ‘een tweetal jongemannen aanwezig (was), welke mogelijk ‘zoo’ zijn’.

Gert Hekma e.a.: De roze rand van donker Amsterdam. 1992

Toen ik 18 was, ging ik naar Enschede. Als we eens in Vasse met de hond liepen, werd er wel gezegd: Die van de bakker is ook zo.

Trouw, 16-01-98

Het zit al in de presentatie van de geaardheid ingebakken. Ouders aan wie de dochters komen zeggen dat ze ‘zo’ zijn, denken er meteen bij: bon, dus geen kleinkinderen.

De Morgen, 18-09-2000

Wat moet ik met die achterhaalde onzin. Gay pride? Trots op wat, op mijn genen? En ik vind Imca Marina een best mens, maar ik heb al een moeder, weet je wel. Wat denk je? Alleen maar bijval. Van

jongens die zich bijna schamen, niet om ‘zo’ te zijn, maar je nog ‘zo’ te moeten gedragen.

Nieuwe Revu, 02-08-2000

< >