Geslachtsgemeenschap hebben; op een stoeiende manier vrijen. Een onschuldige, ietwat schertsende term. Letterlijk betekent dit woord: buitelen, halsoverkop rollen. In die betekenis vinden we het woord nog terug bij Streuvels (Zij liepen en stoeiden rollebollend door ’t droge zand en stampten dat ’t stoof boven hun hoofden.) Andere rijmende verdubbelingen zijn o.a. rampetampen*; hossebossen; hittepetit.
Zo’n vrouwtje was geen nazi geweest en lag bovendien nu niet te rollebollen met de man van een ander...
Dimitri Fr enkel Frank: Een vrouw uit de provincie. 1987
Heeft Bill Clinton nu wel of niet liggen rollebollen met Monica Lewinsky?
NetWerk, april 1998
Dus ging ik d’r flink tegenaan, lekker rollebollen, we deden van alles...
Nieuwe Revu, 14-07-99