Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

laveloos zijn

betekenis & definitie

Onder invloed van drank of drugs zijn. Mogelijk een dialectische uitspraak van ‘lijveloos’, een woord dat in de zeventiende eeuw ‘ten dode opgeschreven’ betekende. In de Zaanstreek werd ‘lijveloos’ nog lange tijd aangetroffen in de betekenis van machteloos. Het kan echter ook gewoon van het werkwoord ‘laven’ (de dorst lessen) zijn afgeleid, met toevoeging van ‘loos’, dat ‘zonder’ betekent.

Een laveloze persoon heeft een niet te stillen dorst. Laveloos wordt vermeld door o.a. Koster Henke. Andere eufemismen voor dronken zijn o.a. aangewit*; beneveld*; half* scheef; lam*.

Hij zal of laveloos zijn, of in een brullende krankzinnige veranderen die iedereen die binnenkomt een fles naar zijn hersens gooit.

Jan de Hartog: De commodore. 1985

Haerynck schreef dat in de Pensioentoren veel speed werd gebruikt. Plottier: ‘De ambtenaren zouden laveloos in de gangen liggen.’

De Groene Amsterdammer, 04-12-96

Van zo’n ambtsdrager zou je verwachten dat hij het vraagstuk van de laveloze en agressieve jongelui met wortel en tak wil uitroeien.

Elsevier, 19-06-99

Ik zie de Venlose jongeren nu al ieder weekend laveloos naar buiten komen.

de Volkskrant, 15-10-99