Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

bijzit

betekenis & definitie

Vrouw die ongehuwd (soms buitenechtelijk) met een man samenwoont, in concubinaat leeft. Zo’n vrouw wordt met een Latijns woord concubine* genoemd, maar dat ze meer doet dan louter ‘bijzitten’ mag duidelijk zijn. De term bijzit kwam reeds voor in de zeventiende eeuw (o.a. bij Jacob Cats). Zo iemand noemde men vroeger ook minachtend een ‘boel’ (van boeleren: ontucht plegen). Een min of meer schertsende benaming was ‘kamerkat*’ (o.a. bij Bijns en Bredero).

Een van de extreme gebeurtenissen die Evita’s leven zal veranderen is de begrafenis van haar vader in 1926. Maria Eva Ibarguren is dan zeven jaar oud. Als niet erkend kind van Juan Duarte en Juana Ibarguren, zijn bijzit, werd ze verboden deze dienst bij te wonen.

Movie, de interactieve filmgids, 21-09-99

Buurvrouw a spioneert met een verdoken camera, scheldt overbuurvrouw b uit voor rotte vis en veroorzaakt met haar bijzit herrie ’s nachts.

De Morgen, 15-12-99