in een vrouw komen (kruipen), er in gaan (e.d.) - in de vagina (of anus) binnendringen. Alle Meysjes leyd hy lagen: Maer hy komt niet in haer vel, N.
Klucht. Amst. Mane-schyn, A 3 v° [1640]. Woud gy de Boeren ook haar kaas en brood ontvoeren? Of in haar Wyven zyn? En hebben u de Boeren Daar voor kappot gemaakt?, s. v. RUSTING, Werken 1,672 [1712].Ik neuk haar gewoon, terwijl jij d’r van achter in gaat, L. 75 [1967]
