Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

De lucht in de grond

betekenis & definitie

De lucht van de dampkring dringt de grond binnen; deze heeft een samenstelling van: benevens een naar de temperatuur en andere omstandigheden sterk wisselende hoeveelheid waterdamp, van 0 tot maximaal 50 gram per m3 bij een temperatuur van 40° C. Het is gebleken, dat de lucht in de grond meer koolzuur en minder zuurstof bevat dan de dampkringlucht; ook is zij in de regel meer verzadigd met waterdamp, doordat in de grond steeds organische stoffen voorkomen die in ontbinding zijn.

Hierbij komt C02 vrij en wordt 02 opgenomen. In de grond is steeds water dat damp aan de lucht in de grond afgeeft.

Het gehalte aan C02 kan stijgen tot 0,3 %r (10 x dat van de dampkring) en dat van 02 dalen tot 10% (de helft). Hoe groter de omzetting van de organische stof in de grond (bij hoge temperatuur en goede bodemstructuur), hoe meer het C02-gehalte zal stijgen en dat van 02 zal dalen, terwijl de graad van verzadiging met waterdamp steeds dichter zal worden benaderd.

Het stijgen van het C02-gehalte is gunstig, het water wordt sterker koolzuurhoudend, de voedingsstoffen gaan gemakkelijker in oplossing. Het teruglopen van het 02gehalte is echter nadelig, de wortelademhaling wordt bemoeilijkt en ook andere gunstige werkingen (ontleding organische stoffen, het leven veler bacteriën) worden teruggedrongen.Verversing van de lucht, of bodemventilatie, is derhalve noodzakelijk; deze wordt door de natuur bewerkstelligd d.m.v. de wisselingen in temperatuur en barometerstand, door afzakkend water, regenval en wind en ook door de eenvoudige vermenging of diffusie (bodemlucht — dampkringlucht). Het spreekt vanzelf, dat ook hier een goede bodemstructuur van grote invloed is op een goede bodemventilatie, met alle voordelen daaraan verbonden, zoals:

1.een goede ademhaling der plantenwortels, die daardoor krachtig groeien;
2. een goede C02-ontwikkeling, waardoor meer plantenvoedsel in oplossing beschikbaar komt;
3.een goede oxydatie van organische stoffen (de plantenwortels nemen het voedsel het beste op in de hoogst geoxydeerde vorm);
4. een goede ontwikkeling van de luchtminnende (aërobe) bacteriën, die veelal bevorderlijk zijn voor de wortelgroei, al dan niet in nauwe samenleving (symbiose) met deze;
5. het tegengaan van de luchtschuwe (anaërobe) bacteriën, die veelal nadelig zijn voor de wortelgroei.