Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 21-03-2022

need

betekenis & definitie

I. nood, noodzaak; noodzakelijkheid; behoefte (aan for, of); needs, ook: benodigdheden; if need be (were), zo nodig; in geval van nood; there is no need (for us) to..., wij behoeven niet...; have need of, nodig hebben; have need to go, (noodzakelijk) moeten gaan; you had need be quick to..., je (men) moet wel vlug zijn om...; at need, in geval van nood; desnoods; stand in need of, van node hebben;

II. nodig hebben, (be)hoeven; vereisen; be needed, ook: nodig zijn; it (there) needs, er is... nodig; it needs only for them to..., zij behoeven maar te...; it needs not..., het (be)hoeft niet...; as... as need be, zo... als het maar kan (kon);

III. gebrek lijden.

< >