Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Cornelis EVERSDIJK

betekenis & definitie

(Goes 23 juli 1651 id. ? 1713). Baljuw.

Studeerde rechten te Leiden en Utrecht en vervulde vervolgens diverse bestuursfuncties in zijn geboortestad. Werd in 1681 baljuw. Bij de rentmeestersverkiezingen in december 1691 werd zijn recht om mede te stemmen ernstig in twijfel getrokken. Heftige rellen, die in feite neerkwamen op een strijd tussen stadhoudersgezinden en republikeinen waren het gevolg en brachten ook scheuring binnen de familie Eversdijk. De partij van de baljuw (stadhoudersgezind) stond hier fel tegenover de republikeinsgezinden o.l.v. burgemeester Westerwijk en zijn medewerkers Mattheus en Nicolaas Eversdijk. Stadhouder Willem III greep in en liet Goes bezetten.

Westerwijk en de zijnen werden gevangen genomen en uit Zeeland gebannen. Toen Willem III in 1702 van zijn paard viel, was het uit met Comelis’ invloed. Hij werd uit zijn ambt gezet, deed in 1704 nog een poging tot herstel van functie, maar werd, ondanks de generale amnestie op 6 april 1705 definitief ontslagen.LITERATUUR

Kok, Vadertandsch Woordenboek XIV, 523-542. Knuttel, Catalogus pamflettenverzameling 13787-13800. Notulen Staten van Zeeland 11.2. 1704. Soetbrood Piccardt, Goes, 85-95. Wagenaar, Vaderlandsche historie XVI, 203-230.

< >