Voormalig waterschap van Zuid-Beveland; verloren gegaan door de vloeden van 1530/32; slechts ten dele herdijkt.
Beoosten Yerseke is thans voor een groot deel een gebied van slikken, geulen en zandplaten, bekend onder de naam → Verdronken Land van Zuid-Beveland; in dit gebied worden mosselteelt, oesterteelt en weervisserij beoefend.
Waarschijnlijk was er in de tweede helft van de 13e eeuw reeds een gemeenschappelijke afwatering in oostelijk Zuid-Beveland. In 1318 was er een dijkgraaf van Beoosten Yerseke en één van Bewesten Yerseke. Omstreeks 1460 is er in Beoosten Yerseke sprake van ‘Brede Watering’. De watering was groter dan de → Brede Watering Bewesten Yerseke; in de 14e en 15e eeuw bestond de Brede Watering Beoosten Yerseke uit de vierschaarambachten → Reimerswaal, → Assemansbroek, → Kreke, → Steelvliet, → Everswaard, → Schoudee, → Nieuwlande, → Tolsende, → Kouwerve, → Duvenee, → Lodijke en → Nieuwkerke en het oostelijk deel van → Yerseke (→ Poppendijke). → Kruiningen en → Krabbendijke sloten zich waarschijnlijk in het begin van de 15e eeuw aan. Verder sloten zich nog de polders van → Ouderdinge, de → Schachtekijnspolder c.a. en de → Onzer Vrouwenpolder ten oosten van Kruiningen aan. De watering werd ook Oostwatering genoemd.
LITERATUUR
C. Dekker, Zuid-Beveland (afb. 49, p. 517). Wilderom, Tussen afsluitdammen III.