De beurtvaart in Nederland en uiteraard ook in Zeeland is reeds van oudsher zeer verbreid, daar het handelsgoederenvervoer grotendeels per schip plaatsvond. De beurtschippers behoorden tot het St.
Jacobsgilde en hadden in alle plaatsen van enig belang een eigen ligplaats en dienstregeling, welke door het Stedelijk Bestuur per ordonnantie werd vastgesteld.Zo had bijv. Middelburg in 1715 de volgende bepalingen voor de beurtschippers vastgesteld, t.w. voor:
ROTTERDAM - vertrek iedere dag, vertrektijden afhankelijk van het kwartier van de Maas. Tevens werd voor het toezicht een Commissaris aangesteld.
AMSTERDAM - ligplaats aan de Dam bij de Engelse beurs, éénmaal in de 9 dagen ‘ soo ras als het schip zijn last heeft’. ’s-HERTOGENBOSCH - ligplaats Oostindische Kamer. Alle vrijdagen.
St.-JOOS- of NIEUWLAND - alle maandagen en donderdagen na de markt. GORKUM - ligplaats bij de Steenrots, iedere vrijdag.
ZIERIKZEE - Dwarskade, alle donderdagen en zaterdagen ’s morgensvroeg.
GOES - Dwarskade, alleen maandag en zaterdag.
THOLEN - donderdag en vrijdag. BERGEN OP ZOOM - zondag, dinsdag en vrijdag.
BIERVLIET, ZAAMSLAG, IJZENDIJKE, St.-MAARTENSDIJK en BRESKENS, iedere vrijdag.
HAARLEM - bij de Spijkerbrug, zaterdag en zondag.
SAS VAN GENT - Rouaansekaai, woensdag en zaterdag.
SLUIS - zaterdag, soms zondag. ANTWERPEN - dinsdag en vrijdag. DELFT - tussen Bellinkbrug en Segeersbrug, éénmaal in de 14 dagen op vrijdag. LEIDEN - donderdag.
UTRECHT - om de 14 dagen, geen vaste dag.
DEN HAAG - vrijdag.
AARDENBURG - om de 10 dagen, geen vaste dag.
BREDA - dinsdag.
Iedere beurtvaarder had een bestelmeester.
Voorts waren er ook koopmansboden op diverse steden in binnen- en buitenland, die gebruik maakten van de beurtvaarders. Het beurtvaartwezen breidde zich verder uit o ,a. op Hoofdplaat, Kortgene, ’s-Heer Arendskerke, Waarde, Borssele, Terneuzen, Brussel, Mechelen, Leuven, Nijmegen, Bommel, Tiel etc.
Andere steden in Zeeland hadden uiteraard soortgelijke beurtvaartdiensten, zodat men kan spreken van een wijdvertakt transportwezen. Bij Zierikzee valt te vermelden dat Anthony Ribbens in 1752 de beurtvaart begint met het gaffelschip ‘Het Welvaren van Zierikzee’, voor de vaart op Rotterdam.
Het geslacht Ribbens heeft deze beurtvaart tot 1964 voortgezet met als laatste schip ‘De Koophandel IV’.
Uiteindelijk hebben de vrachtauto’s het werk van de beurtschepen geheel overgenomen.