(Tilburg 1903-Zutphen 1945). zoon van Anton Nooteboom en Geziena Koopmans; begon in 1929 na een, seminarie-opleiding in het Bisdom Den Bosch de studie klassieke talen aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Werd redacteur van Vox Carolina en publiceerde gedichten.
Was actief in het studententoneel en schreef in 1936 de Waalbrug Revue. Werd in 1930 universitair correspondent van De Maasbode en in 1937 redacteur van dit dagblad. Trouwde datzelfde jaar met mr. D. L. J.
Ivens. Werd door Titus Brandsma gedurende W.O. II benoemd tot hoofdredacteur van De Gelderlander te Nijmegen, een functie die hij eerst kon gaan uitoefenen na de bevrijding van Nijmegen op 17 september 1944. Werd tijdens een reportagereis langs onbevrijd gebied op 12 april 1945 door een Duitse sluipschutter doodgeschoten. In de periode dat hij optrad als hoofdredacteur van De Gelderlander verwierf hij nationale bekendheid door zijn dagelijkse hoofdartikel. Deze artikelen werden na zijn dood gebundeld onder de titel „Tussen vrijheid en vrede”.
Verder werk: Journalistieke opstellen (1946). Het land der Sniedersen (1945), Jaren en jeugd in Brabant (1944; gedeeltelijk herdrukt onder de titel „Jeugd in de Kempen” en uitgegeven door een actieve Vriendenkring in Riethoven).
