Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

GASTARBEIDERS

betekenis & definitie

buitenlandse werknemers, aanvankelijk door de industrie naar Nederland gehaald om opengevallen en moeilijk te bezetten arbeidsplaatsen op te vullen en werkzaamheden te verrichten, waarvoor niet zoveel animo meer bestond. Later kwamen ook buitenlanders op eigen initiatief om hier werk te zoeken.

Met het aantrekken van gastarbeiders in Noord-Brabant werd kort voor 1960 begonnen. In dat jaar waren er alleen nog maar Spanjaarden, Grieken en voornamelijk Italianen, een enkele Joegoslaaf en slechts één Portugees. De grote stroom uit Marokko en Turkije zou later volgen.De meeste gastarbeiders in Noord-Brabant komen uit Turkije en uit Spanje, zowel mannen als vrouwen. Bij de Marokkanen zijn het hoofdzakelijk mannen; bij de Joegoslaven zijn de vrouwen in de meerderheid. Onder de gastarbeiders bevinden zich verder een paar honderd Grieken, Portugezen en enkele Tunesiërs.

Gastarbeiders kregen een arbeidsvergunning voor minder dan vijf jaar; in enkele gevallen werd de verblijfsvergunning eerder ingetrokken. Berucht werden de gevallen van Joegoslavische meisjes bij Bata in december 1970 en van Spaanse arbeiders bij Philips in december 1974, van wie de verblijfsvergunningen plotseling werden ingetrokken, waarna zij werden uitgewezen. De regelingen werden later aanmerkelijk versoepeld. Sommige gastarbeiders hebben zich blijvend gevestigd; enkelingen als middenstanders met een Grieks of Turks restaurant, een Marokkaanse slagerij of een Italiaans vertaalbureau. Zie ook onder: Buitenlanders.

Bron: A. v. Oirschot, Vreemd volk in Brabant, 1978.