(Willemstad 1904), studeerde rechten, stamt uit een christelijk-historisch milieu, maar sloot zich als student aan bij een sociaal democratische studieclub, later bij de SDAP; was van 19301943 advocaat te Dordrecht. Vluchtte in de oorlog naar Londen, waar hij minister van Binnenlandse Zaken werd in het kabinet-Gerbrandy.
Nam in 1945 ontslag als minister, omdat hij het niet eens was met het optreden van het Militair Gezag in het bevrijde Nederland. Was van 1945-1962 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, de laatste elf jaar als fractie-voorzitter; had van 1963-1970 zitting in de Eerste Kamer; werd in 1970 lid van de Raad van State, lid van het Europees Parlement en van de Beneluxraad; was in 1973 kabinetsformateur. Werd bij Koninklijk Besluit van 3 dec. 1974 benoemd tot Minister van Staat.Bron: Nijhoff Gesch.Lex.; G. Brautigam: Gedogen schreef hij gaat van au.
