Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MILIEU

betekenis & definitie

sedert de jaren zeventig wordt de aandacht voor het milieu steeds groter en stijgt het aantal groeperingen dat zich daarvoor inzet. Van een actief milieubeleid was bij veel gemeenten nooit echt sprake, doch ook daar besteedt men meer aandacht aan planning en programmering van hinderwettaken en aan dc uitvoering van de hinderwet.

Op het gebied van de milieuhygiëne is dc hinderwet de oudst bekende wet; ze stelt gemeenten in staat bedrijven voorwaarden op te leggen middels een vergunning en zo een schoner milieu te waarborgen. Deze wet werd het laatst gedeeltelijk gewijzigd in 1981. In 1982 werd een subsidieregeling van kracht, die het gemeenten mogelijk maakt om 80% projectkosten bij het rijk te declareren; in 1984 waren er in Brabant 45 projecten in uitvoering of reeds voltooid. Voor 1986 zegde de minister een bedrag van 3,5 miljoen toe aan Brabantse gemeenten.

Tegen de jaren tachtig werd Noord-Brabant opgeschrikt door een groot aantal bodemverontreinigingen. sinds 1980 werden er in 915 plaatsen verontreinigingen geconstateerd, in 113 gevallen was er sprake van ernstige verontreiniging; in 18 gevallen is overgegaan tot sanering; in 1985 is men begonnen met een gericht onderzoek naar al die locaties, waar bedrijven zijn of waren, die een verontreiniging hebben veroorzaakt: textielbedrijven. ververijen, leerlooierijen, galvanobedrijven

e.d.

In Boxtel waren dat o.a. de bodem van dc voormalige gasfabriek aan de van Hornstraat en dc stortplaats Banisveld; in Esch de vervuiling rond de Broxven en in Den Dungen de Hooidonksedijk. In de Kempen werd in 1983 een cadmiumvervuiling geconstateerd: het onderzoek werd uitgebreid tot het gehele grensgebied rond Someren en Weert, alsmede dc benedenloop van de Dommel. Voor onderzoek naar mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de bevolking werd zes ton beschikbaar gesteld In het programma bodemsanering 1984-'87 werd zeven miljoen gulden gereserveerd voor sanering van de Kempen. Het provinciaal milieubeleid baseert zich op het Beleidsplan Milieuhygiëne, waarin doelstellingen, uitgangspunten en normen zijn geformuleerd. Het plan kent een sector gericht en een activiteitengerichte aanpak. De sectorgerichte benadering sluit aan bij de structuur van de milieuwetgeving.

Aspecten, die in de sectorgerichte benadering aan de orde komen zijn: oppervlaktewater. bodemvervuiling, grond waterverontreiniging en geluidshinder. De activiteitengerichte benadering slaat op de wijze waarop wij leven, op de manier waarop wij de vervuiling tegengaan, hoe landbouw, industrie, verkeer, vervoer, huishouden. elektriciteitsvoorziening, waterwinning en militaire activiteiten het milieu ontzien. Vergunningen op grond van Afval- en Hinderwet spelen hier een belangrijke rol. terwijl ook de Wet inzake de luchtverontreiniging en de Wet geluidshinder meespreken Het milieubeleid staat niet los van andere beleidsterreinen. zoals ruimtelijke ordening, sociaal-economisch beleid, natuur- en landschapsbeheer en energiebeleid. Het komt tot uitdrukking in streekplannen en nota’s.

Naast het provinciaal en rijksbeleid op het milieuterrein kunnen ook gemeenten een milieubeleid voeren, dat raakvlakken zal hebben met dat van rijk en gewest. Hier past regionale samenwerking. Noord-Brabant telt al meer dan veertig gemeenten met een beleidsplan milieuhygiëne.

Het Beleidsplan kent deelplannen, zoals: waterkwaliteitsplan. uitwerkingsplan waterwingebieden, waterhuishoudingsplan, programma bodemsanering. autowrakkenplan, ziekenhuisafvalplan, slibplan, bouw- en sloopafvalplan, uitwerkingsplan stiltegebieden, notitie industrielawaai. spreidingsplan regionale cross-terreinen, nota natuuren landschapsbehoud, uitwerkingsplan militaire oefenterreinen en een notitie m.b.t. te verlenen vergunningen op grond van wetten, die met het milieu verband houden. In sommige gevallen is de provincie verplicht deelplannen op te stellen en nader uit te werken.

Het bedrijfsleven in de provincie heeft de Stichting VOS opgericht. Verwerking van organische stoffen, die grote problemen voor het milieu kunnen opleveren. Studieopdracht voor de stichting was: nagaan of processen om deze stoffen te verwerken economisch verantwoord zijn. Een van die processen is het winnen van gas uit mest, het biogas (zie: Mestproblematiek).

VOS heeft niet de bedoeling zich te beperken tot Noord-Brabant, de oprichters van de stichting bezitten specifieke ervaring en kennis op elkander aanvullende terreinen, zoals vergisting, transport, marktonderzoek e.a. Het bestuur kent als pilaren voor zijn draagvlak o.m. de RABO-bank, de PNEM, Obra-gas en het Provincieel Bestuur. Dat laatste draagt bij in de kosten in het kader van het „Programma structuurverwerkende projecten", hierbij gesteund door het ministerie van Economische Zaken.

Het Provinciaal Projectbureau Milieu en Werk is een samenwerkingsverband, dat o.m. tot taak heeft het beheren van een databank. Daarin wordt o.a. informatie opgeslagen over milieutechnologieën, ontwikkelingen in de vraag naar milieuprodukten en ontwikkelingen in het provinciale en landelijk beleid op het gebied van milieu, ruimtelijke ordeningen (sociale) economie. Daarnaast adviseert en steunt het bureau nieuwe produktie-initiatieven in de milieusector, alsmede bedrijven, die problemen hebben met hun chemisch en ander afval.

Bron: Afdeling Voorlichting en Representatie Provincie Noord-Brabant.