Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ALBREGTS, AUGUSTINUS HENDRIK MARTINUS

betekenis & definitie

(Vught 1900-1980), behaalde middelbare acten handelswetenschappen, staatshuishoudkunde en statistiek, staatsinrichting, 1937 doctoraal examen economie Katholieke Hogeschool Tilburg; promoveerde in 1 948 cum laude tot doctor in de economie te Tilburg op het proefschrift: De leer van de maatschappelijke economische organisatievormen; was van 19261945 leraar aan het R.K.Lyceum te Hilversum en van 1929-1945 tevens leraar aan de MTS te Utrecht: van 1946 tot 1951 algemeen secretaris van de Algemeen Katholieke Werkgeversvereniging en directeur-secretaris van het R.K. Verbond van Werkgeversverenigingen; van 19491951 buitengewoon hoogleraar aan de Kath.

Hogeschool te Tilburg; in 1951 en 1952 minister zonder portefeuille, belast met produktiviteitsbevordering en publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties, in het eerste kabinet Drees; van 1952 tot 1970 buitengewoon hoogleraar in de internationale economische politiek aan de Katholieke Hogeschool Tilburg. Albregts was lid van de Sociaal Economische Raad, de Stichting van de Arbeid, voorzitter van de commissie Economische Samenwerking, en secretaris-generaal van de Union Intern, des Associations Patronales Catholiques, later adviseur.Hij werd benoemd tot eredoctor aan de Universiteit van Montreal; was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van St.Sylvester, ridder in de Orde van het H.Graf en Grootofficier in de Kroonorde van België.