Gepubliceerd op 30-05-2019

Aardvarkens

betekenis & definitie

Orde Tubulidentata Buistandigen Familie: Orycteropodidae Aardvarkens (Orycteropus)

Deze orde omvat slechts een enkel geslacht met meerdere vormen van het Afrikaanse aardvarken. Deze dieren leven in het open veld, waar ze termietenheuvels vinden. Met zijn vervaarlijke klauwen scheuren ze de nesten uit elkaar en vernietigen deze schadelijke insekten in reusachtige hoeveelheden; ze zijn uitsluitend op deze kost ingesteld. Omdat deze dieren alleen ’s nachts actief zijn, krijgt men ze in het wild zelden te zien. Ze graven grote holen in de grond, waarvan bij afwezigheid van de rechtmatige bewoner ’s nachts, ook vaak wrattenzwijnen gebruik maken. In deze holen leeft, evenals in die van de stekelvarkens, vaak de teek Ornithodorus moubata, de gastheer van Borellia duttoni, de verwekker van de wisselkoorts.

Aardvarkens graven met verbazingwekkende kracht en snelheid, maken de aarde los met de voorpoten en slingeren deze dan tussen de achterpoten door weg. Ter verdediging gooien ze aarde en zand naar de belager, dat ze met de achterpoten doeltreffend weten weg te slingeren. De snuit is buisvormig verlengd en met een rekbare huid omgeven. De tanden hebben geen wortels. Gewoonlijk worden na een draagtijd van 5-6 maanden, een of zelden twee jongen geboren. De geboorte heeft plaats in het begin van de regentijd van oktober-november.

Het jong blijft twee weken lang in het hol verborgen om dan de moeder op haar nachtelijke escapades te volgen. Na zes maanden is het zelfstandig en graaft een eigen hol. Over de afstammingsgeschiedenis van deze orde tast men nog in het duister, wel is zeker dat ze nauw verwant zijn aan de slurfdieren.