Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ADELAAR

betekenis & definitie

Meest kenmerkende figuur in Fr. wapens. Het is steeds een halve adelaar van zwart op goud in de rechterhelft (soms het eerste kwartier), uitgaande van de deellijn en met opgetrokken poot.

Volgens de gewone verklaring is hij door de Fr. eigenerfden aangenomen als teken van hun recht op de bekleding van het rechterambt, dat zij als een keizerlijk ambt beschouwden. Het duidde dus tevens op rijksonmiddellijkheid.

Sixma van Heemstra ziet de A. als Germaans religieus symbool. Niet alle oude Fr. wapens vertonen de A.

Later namen ook vele nieteigenerfde families de A. in hun wapen op als ‘steekwapen' en om er een voornaam cachet aan te geven. Zie: J.

Reimexs, Das Adlerwappen bei den Friesen (1914); Upstalsboom-BIatter VI (1916), 33; G. F.

E. Gonggrijp, Friesche Eigenerfdenwapens (Naarden 1943); Ned.

Leeuw LXI (1943), kol. 134; B. IX (1947), 189.