Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Vrede

betekenis & definitie

In de streken waar in de Middeleeuwen een (krachtig) centraal gezag ontbrak, werd door anderen geprobeerd rust en orde te handhaven:

1. De kerk die bepaalde groepen (vrouwen, kinderen, geestelijken, kooplieden) beschermde en op bepaalde dagen vrede afkondigde, bijv. op rechts- en marktdagen. Tot de laatste soort behoorde de Walfridusvrede, die in 1252 in de keuren van Hunsingo voor het eerst werd genoemd, maar waarschijnlijk ouder was.
2. Dit kerkelijke initiatief werd over het algemeen door de territoriale vorst overgenomen en in de Friese landen waar een dergelijke vorst ontbrak door de terrae, de landgemeenten. Zij stelden in hun landrechten een boete op schending van de vrede. Hunsingo nam de kerkelijke Walfridusvrede over.
3. De landgemeenten werkten samen in het Opstalsboomverbond.
4. De landgemeenten in de Ommelanden gingen sinds de 14de eeuw samenwerken o.l.v. de stad Groningen. In Westerlauwers Friesland plaatste een deel zich onder de bescherming van de stad Groningen, een ander deel riep de hulp van Holland in. In Oost-Friesland ontstond een samenwerking o.l.v. een aantal hoofdelingen die een bovenlokale macht verwierven (landhoofdeling), van wie er één in 1463 graaf van Oost-Friesland werd.

Lit.: A.B. Mulder-Bakker, ‘Oculus ecclesiae or the eyes of the people. Church and society in medieval Frisia', Journal of Medieval History II (1985) 295-314.