Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Strofentheorie

betekenis & definitie

Strofen komen ook in de Hebreeuwsche dichtkunst voor; heel duidelijk is dit bij voorbeeld in Ps. 42 en 43 (die tezamen één lied vormen), waar iedere strofe eindigt met het refrein „wat buigt gij u neder, o mijne ziel?” Daar de profetische prediking ook in sterke mate een dichterlijk karakter draagt, treffen wij hier eveneens de toepassing van strofen aan; een sprekend voorbeeld levert Jes. 9 : 7—10 : 4 met het telkens terugkeerend refrein „Trots dit alles zal zijn toorn zich niet wenden, en nog is zijn hand uitgestrekt” (vertaling Ridderbos). Nu heeft men echter hierop een eigenaardige theorie gebouwd omtrent den vorm der profetische prediking, alsof deze strofen-bouw niet alleen het doorgaande kenmerk dier prediking zou zijn, maar dat dan ook deze verschillende strofen steeds op elkaar in gedachtengang zouden correspondeeren, zooals in de Hebreeuwsche dichtkunst heel vaak de twee helften van een versregel op elkaar correspondeeren (parallelisme).

Deze strofentheorie is echter veel te kunstmatig en klopt niet op de werkelijkheid.

< >