Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Toepassing

betekenis & definitie

De toepassing is een noodzakelijk bestanddeel van de preek. Onze Gereformeerde homileten uit den bloeitijd hebben daar steeds weer op gewezen en de bediening des Woords omschreven als explicatie en applicatie van het Woord Gods.

In hun leer van de usus werd door de theoretici de toepassing in den breede behandeld. David Knibbe zegt op bladz. 77 van zijn Kort onderwijs om een predikatie met order te kunnen hooren van de toepassing het volgende: zij is een overtuigende toeëigening van de verklaarde woorden, door verscheidene gebruiken, middelen, beweegredenen en vertroostingen, op de ziel en staat der toehoorderen.

En Dr Kuyper zegt, heel teekenend, in zijn Onze Eeredienst, pag. 329, dat de toepassing geen sloep mag wezen, die achter het schip aanhangt.Zoo heeft de prediker er voor te zorgen, dat niet alleen de waarheid, in den tekst vervat, wordt verklaard, maar ook subjectief aan de harten der hoorders wordt toegeëigend. Wie profeteert, spreekt den menschen stichting en vermaning en vertroosting (1 Cor. 14 : 3).

Een goede toepassing in de preek te geven, kost een enorme inspanning van den geest. Wie niet in algemeenheden wil vervallen, maar het Woord snijden naar behoefte dergenen die het hooren, moet al zijne energie gebruiken om frisch te blijven en de speciale waarheid speciaal toe te passen. De prediker heeft daartoe noodig kennis van de Heilige Schrift, kennis van de verschillende toestanden in de gemeente en, last not least, kennis van eigen hart. Eerst indien hij den tekst in eigen ziel voelt resonneeren is het geschikte moment aangebroken, om tot het concipieeren van de toepassing over te gaan.

Wanneer we zooeven hebben gezegd, in navolging van de oude Gereformeerde homileten, dat een preek bestaan moet uit verklaring en toepassing, wil dit niet zeggen dat altijd de verklaring in haar geheel moet vooropgaan en de toepassing volgen. Dit kan bv. bij een moeilijken tekst of bij een gelijkenis wel eens het geval zijn, maar in den regel verdient het de voorkeur na elk deel, liever nog na elk onderdeel, de toepassing te laten komen. Dan is de hoorder in den gedachtenkring en kan hij onder leiding van den prediker de waarheid Gods gemakkelijker op hart en leven aanwenden. De allerbeste, maar ook de allermoeilijkste manier is, om de explicatie applicatief te maken, en de ontwikkelde tekstgedachten in zulk een vorm voor te dragen, dat ze onmiddellijk in relatie met het leven der gemeente komen te staan.

Wat moet toegepast worden? Ten eerste de hoofdgedachte van den tekst, die in elk deel in den subjectieven toonaard gezet en in onderscheidene variaties herhaald moet worden. Daarna moeten de nevengedachten worden toegepast.

Waarop moet de toepassing zich richten? Op het gansche leven der menschen in alle schakeeringen. Ten eerste op het geestelijke leven van den hoorder. Naar gelang de tekst meer didactisch, protreptisch of empoëtisch van aard is, wordt aangewend de usus didacticus, de usus protrepticus, de usus empoëticus. Het is hierbij noodig onderscheidenlijk te prediken en naar het woord van den Catechismus het Koninkrijk der hemelen door de bediening des Woords te openen en te sluiten. Vooral moet de tekstinhoud aangewend worden op de verschillende toestanden, die zich in het geloofsleven van den Christen kunnen voordoen. De prediker bedenke echter, dat hij in de toepassing nooit persoonlijk raag worden en het woord tot één richten (daarvoor is de herderlijke bearbeiding), maar dat hij in den publieken eeredienst altijd typen teekene, waaraan ieder zich kan spiegelen.

Om een goede toepassing te kunnen geven is bestudeering van de religieuze psychologie zeer aan te bevelen.