Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Sleutelmacht

betekenis & definitie

Het beeld der sleutelmacht is ontleend aan Jes. 22 : 22, waar de Heere aan Eljakim belooft den sleutel van het huis Davids te geven d. i. hem als hofmeester of rijkskanselier aan te stellen, in verband met Openb. 3 : 7, waar deze tekst wordt aangehaald en op Christus wordt toegepast: „Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die den sleutel Davids heeft, die opent en niemand sluit”. Christus is de eigenlijke Machthebber die over de al of niet toelating tot het Koninkrijk der hemelen beslist.

Op Zijn beurt heeft Christus echter die sleutelmacht weer overgedragen op Petrus en zijn medeapostelen, Matth. 16 : 19: „En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zoo wat gij zult binden op de aarde zal in de hemelen gebonden zijn en zoo wat gij ontbinden zult op de aarde zal in de hemelen ontbonden zijn”, zie ook Matth. 18 : 18 en Joh. 20 : 23. Zij ontvangen de sleutelen d. i. de macht om toe te laten tot of uit te sluiten van het Koninkrijk der hemelen; en voorts de macht om de schatten van het Koninkrijk der hemelen toe te zeggen of te ontzeggen, want binden en ontbinden beteekenen volgens het Joodsche spraakgebruik verbieden en veroorloven.

Wanneer zij iets verbieden en veroorloven zal dat in den hemel gelden.In de Roomsche kerk ontwikkelde zich tweeerlei strooming. De eene zag in den priester alleen een rechter (judex in foro ecclesiae), die verklaart, dat de teekenen van ware boetvaardigheid, als bewijs dat God vergeven heeft, aanwezig zijn. De andere zag in den priester een voorbidder en middelaar voor den zondaar bij God, die de vergeving bewerkt door de doodzonden in vergeeflijke zonden te veranderen en voor de vergeeflijke zonden de boetedoeningen vast te stellen. Deze beide stroomingen zijn door Thomas van Aquino vereenigd. Hij onderscheidde de sleutelmacht in tweeën n.l. in een clavis ordinis d. i. een sleutel van ordening; en een clavis jurisdictionis of sleutel van rechtspraak. De clavis ordinis, zoo genoemd omdat de priester hem bij zijn ordening ontvangt, opent den zondaar den hemel door de vergeving zijner zonden.

De clavis jurisdictionis bewerkt de vergeving slechts door middel van de excommunicatie en absolutie voor de kerkelijke rechtbank. Deze opvatting is op het Concilie van Trente en in den Catechismus Romanus nader bevestigd en ontwikkeld. De sleutelmacht draagt bij Rome dan ook een hiërarchisch d. i. een heerschend, dwingend karakter.

Volgens de Protestantsche kerken draagt de sleutelmacht geen hiërarchisch, maar een ministerieel of dienend karakter. Bij de Lutherschen bestaat zij nog alleen in de prediking van Wet en Evangelie en in de bediening der Sacramenten, waaraan de absolutie door den priester in de biecht, die wel niet noodzakelijk, maar toch nuttig is, wordt toegevoegd. Ook volgens Zwingli is zij tot de prediking des Evangelies beperkt, terwijl hij de regeering en tucht der kerk aan de Christelijke overheid opdraagt, die ze niet jure suo, maar „im Namen der Kirche” als haar „mandataris” uitoefent. Calvijn heeft echter deze opvatting van Luther en Zwingli bestreden. Volgens hem bestaat de sleutelmacht in tweeën, n.l. in de prediking des Woords en in de regeering en tucht. Deze opvatting is ook door de Gereformeerde kerken in Nederland overgenomen.

De Sleutelen des Hemelrijks zijn volgens den Heidelbergschen Catechismus vr. 83: De verkondiging des heiligen Evangelies en de Christelijke ban of de uitsluiting uit de Christelijke gemeente. Zie Dr A. Kuyper, E Voto, III', 243 v.v.