Eigenlijk Johann Mayer, geboren te Eck in Allgäu, 1486. Hij studeerde in Heidelberg (1498) en Tübingen (1499—1501) en werd in 1501 magister.
In dat jaar vluchtte hij voor de pest naar Keulen, waar de bekende Arnold von Tongern zijn leermeester was. In 1502 studeerde hij in Freiburg in Baden onder leiding van Zasius in de rechten.
In 1509 werd hij priester en licentiaat in de theologie. Eek had veel kennis, had een sterk geheugen en had bijzondere gaven om te disputeeren.
Hij was zeer eerzuchtig. In 1510 werd hij professor in de theologie in Ingolstadt.
Gaarne zocht hij in disputen roem te verwerven. Hij streed met Zasius en Erasmus.
Toen Luther zijn 95 stellingen bekend gemaakt had, schreef Eck zijn Obelisct, die rijk waren aan scheldwoorden en scholastische spitsvondigheden. Luther antwoordde in zijn Asterisci.
In 1518 disputeerde hij te Leipzig op den Plessenburg met Von Karlstadt.
Daarbij was de streng-Catholieke vorst Georg van Saksen tegenwoordig.
De stellingen tegen von Karlstadt waren echter meer op Luther gemunt. Vier dagen disputeerde Eek met Von Karlstadt, die het in scholastieke geleerdheid bij Eek moest afleggen.
Op 4 Juli ving het dispuut met Luther aan over de pauselijke macht. Eck was wel op historisch gebied de meerdere, maar in het Schriftbewijs was Luther sterker.
Luther beweerde, dat het pausdom een door de geschiedenis geworden instelling was, en dat het geloof aan Rome’s opperhoogheid niet noodzakelijk tot zaligheid was. Eek beschuldigde Luther van Hussitische ketterij, maar Luther beweerde, dat onder de stellingen, die Hus verdedigde, vele Christelijk en Evangelisch waren.
Luther bleef erbij, dat een concilie kon dwalen. Beide partijen schreven zichzelven de overwinning toe.
In 1520 reisde Eck naar Rome en bewerkte daar, dat de bul „Exsurge Domine” tegen Luther uitgesproken werd.Eck disputeerde ook te Baden in Aargau (1526) met Oecolampadius en Haller (Zwingli mocht Zürich niet verlaten). Ook daar schreef Eek zichzelven de overwinning toe, hoewel Oecolampadius, die echter niet over een stemgeluid kon beschikken als Eek bezat, zijn meerderheid in het dispuut meer dan eens had getoond. Bij het dispuut te Bern (1528) durfde Eek zich niet te vertoonen. Op den rijksdag te Augsburg (1530) had Eek de eerste hand in de samenstelling der Confuiatio. Later nam hij nog deel aan de religiegesprekken te Worms en te Regensburg (1541). Hij stierf 1543.
Van zijn vele geschriften is vooral bekend zijn boekje Enchiridion locorum communium. Het was opgesteld tegen Melanchtons Loei communes en beleefde in 50 jaar 46 drukken.