Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Flesch

betekenis & definitie

is (Gen. 21 : 14 v.; Richt. 4:19; 1 Sam. 1 : 24, 10 : 3; Job 38 : 37; Psalm 56:9 en andere plaatsen) de vertaling van een woord, dat eigenlijk lederen zak beteekent. De flesch, waarvan Matth. 26 : 7, Marc. 14 : 3, Luc. 7:37 sprake is, had meer overeenkomst met wat wij een kruik zouden noemen; ze was uit een soort kalksteen vervaardigd, en had een zeer langen en dunnen hals, zoodat de nardus er slechts bij druppels kon uitkomen; vandaar dat Maria den hals verbrak om de zalfolie op het hoofd van den Heiland te kunnen uitgieten.