Enkelvoudige dwangpositie waarvan de effectiviteit afhangt van de positie van de twee dekkingen bij de tegenpartij.
Voorbeeld:Zuid speelt ♥B. West zit hierop in dwang. Gooit hij een schoppen af, dan zijn de laatste twee slagen voor ♠H en ♠10. Laat hij ♦B gaan, dan is ♦10 in noord hoog. De dwang is ‘positioneel’. Als de west- en oosthand verwisseld zijn, werkt de dwang niet omdat noord vóór oost moet afgooien.
Zie ook: automatische dwang