Ook: dwang
Situatie waarin een speler verkeert die gedwongen wordt een hoge kaart, een stopper of een exitkaart af te gooien.
Voorbeeld:
Zuid speelt ♦3 en west zit in dwang. Gooit hij een harten weg, dan verdwijnt in noord ♣H en zijn de laatste twee slagen voor ♥V en ♥7. Gooit hij ♣A weg, dan maakt de leider tot slot ♥V en ♣H.
De vrije kaart die zuid incasseert om west in dwang te krijgen (in het voorbeeld ♦3), heet de ‘dwangkaart’. Ruiten is in dit geval de ‘dwangkleur’. De kaarten in noord die een potentiële slag vormen (in het voorbeeld ♥7 en ♣H) worden ‘dreigingen’ of ‘dreigkaarten’ genoemd. Harten en klaveren zijn in dit geval de ‘dreigkleuren’. De kaarten die de verdediging aanvankelijk in elk geval moet vasthouden, heten ‘busy cards’ (in dit geval de drie kaarten van west).
Essentieel voor de effectiviteit van een dwangpositie is de aanwezigheid van een entree bij een dreiging (in het voorbeeld ♥V).
Technieken die soms nodig zijn om een dwangpositie voor te bereiden zijn: het isoleren van de dekking, het eerst afgeven van het juiste aantal slagen (rectifying the count) en het verplaatsen van een dekking van de ene naar de andere tegenstander (transfer squeeze).
Zie ook: alternatieve dwang; automatische dwang; backwash squeeze; compound squeeze; criss-cross squeeze; deblokkadedwang; driekleurendwang; dubbele dwang; Dutch squeeze; eenkleurendwang; enkelvoudige dwang; entry-shifting squeeze; guard squeeze; overneemdwang; positionele dwang; repeterende dwang; schijndwang; show-up squeeze; squeeze without the count; stepping stone; stripsqueeze; submarine squeeze; transfer squeeze; troefdwang; vice squeeze; Vienna coup; winkle squeeze; zelfmoorddwang
