(Eng.; kris-kras dwang)
Dwangpositie tegen één tegenstander waarin de beide dreigkleuren geblokkeerd zijn, maar de leider door de juiste volgorde te kiezen toch een extra slag weet te maken.
Voorbeeld:Zuid is leider in een SA-contract en lijkt nog maar drie slagen te kunnen maken. Hij speelt klaveren naar de vrouw en hierop zit oost in dwang. Gooit hij ♥10 weg, dan speelt de leider harten naar de heer; ♦H en ♥B maken de laatste twee slagen. Laat oost een ruiten gaan, dan incasseert de leider eerst ♦H; hij gaat met harten naar de hand en maakt ♦10 als laatste slag.
Zie ook: troefdwang