Weten welk vleesch men in de kuip heeft
D.w.z. weten met welk soort menschen men te doen heeft; den aard en het karakter kennen van degenen met wie men omgaat; wat men aan iemand heeft; vgl. Cats I, 466: Een die verkopen wil, maer één oge behoeft, want hy weet te vore wat vleysch hy in de kuyp heeft, maer die koopen wil, behoeft 'er wel hondert; II, 63: Als een man wee...