Wat is de betekenis van Vieren (laten gaan)?

2024-05-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vieren (laten gaan)

(vierde, heeft gevierd), 1. laten schieten, laten uitlopen: een lijn, een touw, een kabel, de schoot vieren; een zeil vieren; halen en vieren; 2. laten gaan, de vrije loop geven: zijn hartstochten vieren.