uitstap
uitstap - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis ♢ Ik maak een uitstapje naar zee vandaag. 2. het verlaten van een verband of een voertuig ♢ De in opspraak gebrachte politicus maakt een uitstap. uitstap...
Wiktionary (2019)
uitstap - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis ♢ Ik maak een uitstapje naar zee vandaag. 2. het verlaten van een verband of een voertuig ♢ De in opspraak gebrachte politicus maakt een uitstap. uitstap...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
uitje, (NL) uitstapje Een uitstap met familie of vrienden? Mag je uitstap eens iets anders zijn? Ga voor een spannend stadsspel met GPS app en je uitstap wordt een hit! (vinden.be) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 5
Peter Bakema (2003)
(de, -pen) uitstapje, reisje, trip - op uitstap gaan, een uitstapje maken. Net als de familie xxx, mocht ook de familie van Lonneke vorige week dankzij een bedrijf op uitstap naar de dierentuin van Planckendael. - LN, 26-10-2002.
Walter De Clerck (1981)
Korte plezierreis; reis(je), tocht(je); uitstapje, trip. Telkens had hij dan terug naar de open lucht verlangd, ... naar een uitstap in de heuvelrijke omgeving, VANDEN MAELDERE 1946, 80. Heel plezierig is bijvoorbeeld de jaarlijkse uitstap van de grootouders die dit jaar ... naar het bondsvakantiehuis in Nonceveux trekken, Bond 4/1/1977. D...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-pen), meest in de verkleinvorm UITSTAPJE, o. (-s), korte pleizierreis, toer, tochtje : een uitstapje naar Haarlem ; ook fig., beschouwing, uitweiding : een uitstapje op ’t gebied der natuurkunde.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: