Sapiens et praeterita grate meminit et praesentibus ita potitur, ut animadvertat, quanta sint ea, quamque jucunda
De wijze herinnert zich enerzijds dankbaar het verledene, anderzijds bezit hij het tegenwoordige zó, dat hij opmerkt, hoe veel het is, en hoe aangenaam. Cicero, De finibus bonorum et malorum 1. 62.