Wat is de betekenis van proeven?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

proeven

(1651) (euf.) copuleren, neuken: 'Zij heeft geproefd voor zij mocht eten' (gezegd van een zwangere vrouw). Ook: 'zij heeft vooruitgeproefd': ze heeft seks gehad voor het huwelijk. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990) • (M.A. van den Broek: Erotisch spreekw...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

proeven

proeven - regelmatig werkwoord uitspraak: proe-ven 1. het in je mond nemen om de smaak te onderzoeken ♢ wil je even proeven of de soep goed is? Regelmatig werkwoord: proe-ven ik proef ji...

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Proeven

vooruit geproefd hebben voorhuwelijkse betrekkingen gehad hebben. Slanguitdr.

2024-04-29
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

proeven

op de proef stellen, keuren, onderzoeken.

2024-04-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

proeven

proeven - geslachtsgemeenschap hebben. Neen, mijn min vloog in de wind, Had ik geen proevens-lust van dit vergode Kind, v. MERWEDE V. KL., R. Mintr. 21 [1651].Zij heeft geproefd voor zij mocht eten (van een zwangere vrouw gezegd). WNT XII2, 4327 [1940].

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Proeven

v., priuwe, p r e a u, p r e a u n; bij kleine beetjes —, priuwkje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Proeven

(proefde, heeft geproefd), 1. op waarde onderzoeken, keuren: de Heer die hart en nieren proeft; 2. met de smaakzin onderzoeken: het eten proeven; proef eens of de soep zout genoeg is; — (gemeenz.) hij heeft vooruit geproefd, vleselijke gemeenschap gehad met wie hij trouwen gaat; 3. kennis maken met een spijs of dr...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

proeven

proefde, h. geproefd (1 onderzoeken, hoe iets smaakt; inz. een kleine hoeveelheid van iets nemen om te onderzoeken, hoe iets smaakt; 2 ondervinden, leren kennen): 1. de wijn goed keuren; ergens van proeven; 2. nu kan hij dat leed ook eens proeven; men kan uit dat gedicht den Engelsman proeven.