Onder vier oogen
D.w.z. zonder het bijzijn van een derde, door het oor van een turfmand (Harreb. II, 64). Zie Huygens, Zeestraet, vs. 487: Maer, wilt ghy tusschen ons' vier oogen en vier ooren een' nieuwen overslagh van wat meer voordeels hooren?; Tuinman I, 201: Tusschen vier oogen; Sewel, 589: Onder (of tusschen)vier oogen, face...