Wat is de betekenis van omnium?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omnium

omnium - Zelfstandignaamwoord 1. (België) all-riskverzekering voor auto's Er bestaan drie verschillende vormen van omnium: de volledige omnium tegen aangenomen en werkelijke waarde en de mini omnium. Deze verzekeringen zijn niet verplicht maar kunnen wel van pas komen als je betrokken geraakt bij een...

2024-04-30
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Omnium

Omnium - (Lat.) baanwedstrijd met verschillende onderdelen zoals sprint, tijdrit, achtervolging, afvalrace. De deelnemers krijgen punten toebedeeld op basis van hun prestaties in elk onderdeel. Degene met de meeste punten is winnaar. Lett. van alles.

2024-04-30
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

omnium

allrisk(verzekering) De man in kwestie moet omnium verzekerd zijn, want anders moest hij zelf opdraaien voor de schade. (Het Nieuwsblad) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 5

2024-04-30
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

omnium

omnium: of omniumwedstrijd. Discipline van het baanwielrennen waarbij de renners deelnemen aan verschillende onderdelen en het eindklassement wordt opgemaakt op grond van het totaal van de prestaties van alle onderdelen. Het gewone omnium bestaat uit de spurt, scratch, achtervolging, puntenkoers en tijdrit; het sprintomnium bestaat uit de vliegende...

2024-04-30
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

omnium

(Latijn: van alle) baanwedstrijd met verschillende onderdelen zoals sprint, tijdrit, achtervolging, afvalwedstrijd. De deelnemers krijgen punten toebedeeld op basis van hun prestaties in elk onderdeel. Degene die de meeste punten behaalt is winnaar. Ook Franse en Engelse renners gebruiken deze term, al spreekt men in het Engels soms van ‘track cont...

2024-04-30
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

omnium

(de & het; -s) - baanwedstrijd met combinatieklassement waarin renners op één dag deelnemen aan een aantal wedstrijden, bv. 200 meter tijdrit (vliegende start), scratch (5 km), individuele achtervolging, puntenkoers (15 km met 6 sprints) en r km tijdrit; de eindklassering berust op de som van de prestaties in elk van die onderdelen, syn. omnium...

2024-04-30
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

omnium

(de, -s), omniumverzekering (de, -en) all-riskverzekering. Tegen dergelijke risico's bent u wellicht (gedeeltelijk) verzekerd door uw brandverzekering, diefstalverzekering of omniumverzekering voor uw wagen. - FET, 03-08-2002.

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Omnium

[Lat. = lett.: van alles of allen] (wielersport) wielerwedstrijd waarbij deelnemers elkaar in diverse takken van de wielersport bestrijden.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Omnium

wielerwedstrijd met verschillende onderdelen; wedren waaraan alle paarden mogen deelnemen