Wat is de betekenis van lafheid?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lafheid

lafheid - Zelfstandignaamwoord 1. de neiging keuzes te maken die van weinig moed getuigen Zijn gedrag op het slagveld werd als lafheid betiteld. Woordherkomst Afleiding van laf met het achtervoegsel -heid

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lafheid

lafheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: laf-heid 1. gebrek aan moed ♢ de meester durfde door zijn lafheid niet op te treden tegen de lastige leerling 2. gebrek aan smaak ♢ de lafheid van dit...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

lafheid

lafheid - Acties of vertoon van gebrek aan durf wanneer er gevaar dreigt; kleinhartigheid.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lafheid

s., leffens; (v. smaak), flauwens.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lafheid

v. 1. het laf-zijn, hetzij smakeloosheid of gebrek aan moed, lafhartigheid; 2. (...heden), laffe daad, handeling of uiting.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lafheid

v. lafheden (het laf zijn; lafhartigheid; ook in het mv. dwaasheden, flauwiteiten).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lafheid

('lafheit) v. (...heden) I. Eig. 1. het laf (1) zijn, flauwiteit. 2. het laf (4) zijn: iemand zijn verwijten. II. Metn. laffe (4) daad.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lafheid

v., 1. het laf zijn, hetzij smakeloosheid of gebrek aan moed; 2. (-heden), laffe daad, handeling of uiting.