Wat is de betekenis van Imker of ijmker?

2024-04-26
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Imker of ijmker

afgel. van im, mime, dat nu eens bijenkorf (met de bijen; een zwerm, een volk), dan weer een bij zelf bet. Imker staat voor immer, d.i. bijen(korven)houder; de k is welluidendheidshalve ingelascht, vgl. bijker (= ook imker) en kooiker (kooienhouder, n.l. voor eenden).