Wat is de betekenis van Garf — gast — bos — schoof — vim?

2024-04-26
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Garf — gast — bos — schoof — vim

Bos is een bundel langwerpige voorwerpen, een bos pennen, bos takken enz. Schoof is een bundel afgemaaide korenhalmen; zoodra zij echter gedorscht zijn, spreekt men van een bos stroo. In beteekenis komt het woord met garf overeen. Schoof is meer in de beschaafde spreektaal in gebruik, garf is in sommige streken de landbouwnaam. Vier garven maken ee...

Gerelateerde zoekopdrachten