Wat is de betekenis van full-size?

2025-07-21
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

full-size

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] levensgroot, in vol ornaat; op ware grootte, op vol formaat - Deze afbeelding is niet overdreven groot, maar is op ware grootte. - En plots stond-ie daar. In vol ornaat, alsof hij niet tien jaar was weggeweest.