Echt — louter — onvermengd — onvervalscht — oprecht — recht — rechtmatig — rein — waar — waarachtig — zuiver
Hetgeen zóó is als het wezen moet. Echt beteekent eigenlijk wat wettig is, wat de waarde heeft, die het behoort te hebben; echte kinderen, echt goud; bij uitbreiding echte paar ten (in tegenstelling van valsche), echte trouw (de trouw van het huwelijk). Rechtmatig, wat overeenkomstig het recht is, drukt hetzelfde denkbeeld uit ten aan...