Blikken (metaal)
bn., van blik gemaakt: blikkendoosjes; een blikken dominee, oorspr. spotnaam voor godsdienstonderwijzer (betekent hier onecht), bij uitbreiding voor ieder prekerig, onaangenaam persoon; een keteltje, inconsequent, opvliegend mens, gauw heet en gauw koud; hij heeft de blikken muts op, is slecht gehumeurd; de bruiloft, wanneer men 6 jaar (en 3 maande...