Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Naaldwijks

betekenis & definitie

van, uit, in Naaldwijk e.d..

van Naaldwijk; uit Naaldwijk; in Naaldwijk; van de Naaldwijkers; bij de Naaldwijkers.

Voorbeelden:
De plaats ten zuiden van Den Haag zal wel nooit de culturele hoofdstad van Europa worden, maar heeft een verdienstelijk theatertje dat de eerste vijf deelnemers aan Cameretten een warm ontvangst bezorgde. Terwijl in de grote zaal de film 'Gladiator' draaide, probeerden 5 deelnemers in het kleine zaaltje het Naaldwijkse publiek te vermaken met harde grappen, subtiele teksten en mooie melodieën.
http://home.wanadoo.nl/loko/maelstrom/main.htm

Zilver was er ook voor de Naaldwijkse zwemster Chantal Lamet op de 200 vrij.
Meppeler Courant, 1995

Het dak kan er de komende week weer af in Naaldwijk. Maandag is namelijk de Naaldwijkse Feestweek weer begonnen. Naar verwachting bezoeken zo'n 200.000 mensen deze week de kermis, het Naaldwijks Wielerspektakel, de braderie en de verschillende concerten.
http://www.omroepwest.nl/nieuws/17-08-2009/naaldwijk-weer-de-ban-van-de-feestweek, 17 augustus 2009

Het archief van Monster is in het Naaldwijks gemeentearchief te raadplegen.
https://groups.google.com/forum/#!topic/soc.genealogy.benelux/bDpYeCvbu3Q, 27 oktober 2000