Wat is de betekenis van Naaldwijks?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Naaldwijks

van, uit, in Naaldwijk e.d.. van Naaldwijk; uit Naaldwijk; in Naaldwijk; van de Naaldwijkers; bij de Naaldwijkers. Voorbeelden: De plaats ten zuiden van Den Haag zal wel nooit de culturele hoofdstad van Europa worden, maar heeft een verdienstelijk theatertje dat de eerste vijf deelnemers aan Cameretten een warm ontvangst bezorgde. Te...