Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kanteel

betekenis & definitie

deel van een borstwering.

onderdeel van de borstwering van vestingen sinds de oudheid, dat bestaat uit een rechtopstaand vierkant of rechthoekig stuk muur dat in rijen van gelijkaardige constructies stond opgesteld over de hele lengte boven op de wallen of de torens, en dat diende om de verdedigers beschutting te bieden tegen aanvallen.
In latere tijden werden de kantelen ook louter als versiering gebouwd.

Voorbeelden:
Het binnenplein vertoont louter nog enkele overblijfselen van de fundamenten en vervallen muurtjes en is omringd met een lange, van kantelen voorziene omwalling - een verlengstuk van de rotswanden.
http://www.eldersanders.be/reportage/france/cathare.html

In een veld had de boer zijn hooiblokken in lange rijen opgestapeld, zodat het leek alsof er een oude, verweerde vestingmuur stond, waarvan nog slechts een paar kantelen overeind waren gebleven.
Tom Naegels, Walvis, 2002

Als hij op zijn terras zat, in de schaduw van de olijfboom, keek hij uit over de groene heuvels met de wijngaarden, de cypressen, de oleanders en hier en daar een vierkante toren met kantelen, - dat wonderlandschap, dat niet alleen was wat het was, maar zich het ene ogenblik gedroeg als een panorama van de renaissance en het volgende als het decor van de romeinse oudheid.
Harry Mulisch, De aanslag, 1983